Een triggerpoint is een pijnlijke spierknoop die erg vaak te vinden zijn bij mensen met muskuloskeletale pijnklachten. Een triggerpoint wordt vastgesteld door palperen (op de tast zoeken) van een spier. Een spierknoop wordt gevoeld als een harde pijnlijke knobbel in een spier. Als men op de triggerpoint drukt kan men een zogenaamde “jump-response” opwekken. Vaak roepen mensen “dàt is mijn pijn!”.
De pijn kan al dan niet uitstralen en gepaard gaan met spierzwakte, verminderde mobiliteit en zelfs autonome verschijnselen zoals tintelingen, doof gevoel van de huid, zweetreacties, … Triggerpoints kunnen voor veel pijnklachten zorgen, slaapverlies, verminderde sportprestaties of sportplezier, … Een triggerpoint kan potentieel in elke spier van het lichaam ontstaan, maar omdat triggerpoints vaak gevolg zijn van een ligamentair letsel, komen een aantal triggerpoints verruit het vaakst voor. Dit zijn vaak in spieren die een stabiliserende functie hebben voor een gewricht. Als er een ligamentair letsel of een instabiliteit bestaat van het gewricht, zal er van de omliggende spieren worden gevraagd om het gebrek aan intrinsieke stabiliteit te compenseren. Deze compensatie is vaak onvolledig en ontoereikend. Als spieren een lange tijd te veel werk moeten leveren als waar ze voor gemaakt zijn, zullen er in de spier triggerpoints vormen. U krijgt behalve de pijn van het aangedane ligament of gewricht, de pijn van de triggerpoints er bovenop! Behandeling puur gericht op de triggerpoints kan voor langdurige verlichting zorgen, echter uit ervaring blijkt dat triggerpoints erg makkelijk terug kunnen komen.
Om van triggerpoints op de lange termijn af te komen is het noodzakelijk om een omvattende behandeling te starten. Wanneer spieren door een spierknoop of spasme te hard aan hun aanhechtingen gaan trekken, ontstaat er vaak een probleem bij de aanhechtingen. De aanhechtingen van de spier moeten behandeld worden met proliferatietherapie om de degeneratie te kunnen genezen. Zoals eerder uitgelegd zijn ligamenten de primair stabiliserende structuren van gewrichten. Als gevolg van ligamentaire instabiliteit worden spieren harder aangespannen en ontstaan er triggerpoints. Eerst moeten de ligamenten behandeld worden met proliferatietherapie om de stabiliteit van een gewricht te herstellen, met als gevolg dat de omliggende spieren weer kunnen “ontspannen”.
We nemen het bekkengewicht als voorbeeld. In het geval van bekkeninstabiliteit of bekkenscheefstand zullen meerdere bilspieren in spasme schieten om het gewricht te proberen stabiliseren.
De grootmoeder van de triggerpointtherapie Dr. Janet Travell schreef: “When reduction of the sacroliliac displacement is not achieved and maintained, by repeated manipulation if necessary, local infiltration and other types of treatment aimed at relaxing spasm of the muscles will commonly fail to secure more that transient relief of pain so long as the displacement is allowed to persist.”
In deze quote omschrijft Dr Travell de noodzaak van
1. Het recht staan van het bekkengewricht
2. Stabiliteit van het bekkengewricht
3. Het probleem van terugkerende triggerpoints als punt 1 en 2 niet zijn bereikt.
Behandeling van triggerpoints alléén zorgt vaak maar voor kortdurend effect.
Daarom heeft prolotherapie een sleutelrol in het proces! Manipulatie zorgt er voor dat de bekkenhelften recht staan. Proliferatietherapie stimuleert de groei van de bekkenligamenten die het bekkengewricht in hun rechte positie houden!
Eens dat dit bereikt is, is de hele stimulans voor spierspasmes weggehaald!